De methode isdisjoint () retourneert True als twee sets disjuncte sets zijn. Als dit niet het geval is, wordt False geretourneerd.
Van twee sets wordt gezegd dat ze onsamenhangende sets zijn als ze geen gemeenschappelijke elementen hebben. Bijvoorbeeld:
A = (1, 5, 9, 0) B = (2, 4, -5)
Hier zijn sets A en B disjuncte sets.

De syntaxis van isdisjoint()
is:
set_a.isdisjoint (set_b)
isdisjoint () Parameters
isdisjoint()
methode heeft een enkel argument (een set).
U kunt ook een iterabele (lijst, tupel, woordenboek en tekenreeks) doorgeven aan disjoint()
. isdisjoint()
methode zal automatisch iterables naar set converteren en controleert of de sets disjunct zijn of niet.
Retourwaarde van isdisjoint ()
isdisjoint()
methode retourneert
True
als twee sets disjuncte sets zijn (als set_a en set_b disjuncte sets zijn in bovenstaande syntaxis)False
als twee sets geen disjuncte sets zijn
Voorbeeld 1: Hoe werkt isdisjoint ()?
A = (1, 2, 3, 4) B = (5, 6, 7) C = (4, 5, 6) print('Are A and B disjoint?', A.isdisjoint(B)) print('Are A and C disjoint?', A.isdisjoint(C))
Uitvoer
Zijn A en B onsamenhangend? Waar zijn A en C niet aan elkaar verbonden? Vals
Voorbeeld 2: isdisjoint () met Other Iterables als argumenten
A = ('a', 'b', 'c', 'd') B = ('b', 'e', 'f') C = '5de4' D =(1 : 'a', 2 : 'b') E =('a' : 1, 'b' : 2) print('Are A and B disjoint?', A.isdisjoint(B)) print('Are A and C disjoint?', A.isdisjoint(C)) print('Are A and D disjoint?', A.isdisjoint(D)) print('Are A and E disjoint?', A.isdisjoint(E))
Uitvoer
Zijn A en B onsamenhangend? Niet waar Zijn A en C niet aan elkaar verbonden? Niet waar Zijn A en D onsamenhangend? Waar zijn A en E niet aan elkaar verbonden? Vals