De Python set union () methode retourneert een nieuwe set met verschillende elementen uit alle sets.
De vereniging van twee of meer sets is de verzameling van alle afzonderlijke elementen die in alle sets aanwezig zijn. Bijvoorbeeld:
A = (1, 2) B = (2, 3, 4) C = (5) Dan, A∪B = B∪A = (1, 2, 3, 4) A∪C = C∪A = (1 , 2, 5) B∪C = C∪B = (2, 3, 4, 5) A∪B∪C = (1, 2, 3, 4, 5)

De syntaxis van union()
is:
A.union (* andere_sets)
Opmerking: * maakt geen deel uit van de syntaxis. Het wordt gebruikt om aan te geven dat de methode 0 of meer argumenten kan hebben.
Retourwaarde van unie ()
- De
union()
methode retourneert een nieuwe set met elementen uit de set en alle andere sets (doorgegeven als argument). - Als het argument niet wordt doorgegeven aan
union()
, retourneert het een ondiepe kopie van de set.
Voorbeeld 1: werking van unie ()
A = ('a', 'c', 'd') B = ('c', 'd', 2 ) C = (1, 2, 3) print('A U B =', A.union(B)) print('B U C =', B.union(C)) print('A U B U C =', A.union(B, C)) print('A.union() =', A.union())
Uitvoer
AUB = (2, 'a', 'd', 'c') BUC = (1, 2, 3, 'd', 'c') AUBUC = (1, 2, 3, 'a', 'd' , 'c') A.union () = ('a', 'd', 'c')
U kunt de combinatie van sets ook vinden met de |
operator.
Voorbeeld 2: Union instellen met de | Operator
A = ('a', 'c', 'd') B = ('c', 'd', 2 ) C = (1, 2, 3) print('A U B =', A| B) print('B U C =', B | C) print('A U B U C =', A | B | C)
Uitvoer
AUB = (2, 'a', 'c', 'd') BUC = (1, 2, 3, 'c', 'd') AUBUC = (1, 2, 3, 'a', 'c' , 'd')