
Samenvatting
De Excel-INTERCEPT-functie retourneert het punt waarop een regressielijn de y-as snijdt op basis van bekende x- en y-waarden.
Doel
Onderschepping van lineaire regressielijnWinstwaarde
waarde voor onderscheppen op de y-asSyntaxis
= INTERCEPT (y-bekend; x-bekend)Argumenten
- bekend_ys - Een matrix of bereik van numerieke gegevenspunten (afhankelijke waarden).
- xs bekend - Een matrix of bereik van numerieke gegevenspunten (onafhankelijke waarden).
Versie
Excel 2003Gebruiksopmerkingen
De functie INTERCEPT retourneert het punt waarop een lijn de y-as snijdt op basis van bekende x- en y-waarden. Het snijpunt is gebaseerd op een regressielijn uitgezet met bekende x- en y-waarden. Een regressielijn is een lijn die het beste past bij de bekende gegevenspunten.
Gebruik de functie INTERCEPT om de waarde van een afhankelijke variabele te berekenen wanneer de onafhankelijke variabele nul (0) is.
Voorbeeld
In het getoonde voorbeeld is de formule in E5:
=INTERCEPT(C5:C9,B5:B9) // returns 2
Deze formule retourneert 2, gebaseerd op y-bekend in C5: C9 en x-bekend in B5: B9.
Vergelijking
De vergelijking voor het snijpunt van de regressielijn (a) is:
waarbij b de helling is. De formule die door Excel wordt gebruikt om de helling te berekenen, is dezelfde die wordt gebruikt door de functie SLOPE:
In het getoonde voorbeeld kan de onderscheppingsformule als volgt handmatig worden gemaakt:
=AVERAGE(C5:C9)-SLOPE(C5:C9,B5:B9)*AVERAGE(B5:B9)
Deze formule retourneert hetzelfde resultaat als het resultaat dat wordt geretourneerd door de functie INTERCEPT.
Opmerkingen
- Als er slechts één set punten is, zal INTERCEPT # DIV / 0 teruggeven!
- Als het aantal bekende ys verschilt van bekend_xs, geeft INTERCEPT # N / B terug