
Samenvatting
De Excel VARPA-functie berekent de variantie van een populatie van gegevens. In tegenstelling tot de VARP-functie, evalueert de VARPA-functie tekstwaarden en logica's in verwijzingen.
Doel
Krijg variatie van een populatieWinstwaarde
Berekende variantieSyntaxis
= VARPA (getal1, (getal2), …)Argumenten
- number1 - Eerste nummer of referentie.
- number2 - (optioneel) Tweede nummer of referentie.
Versie
Excel 2003Gebruiksopmerkingen
De VARPA-functie berekent de variantie voor gegevens die een hele populatie vertegenwoordigen. Variantie geeft een algemeen idee van de verspreiding van gegevens. Net als de VARA-functie evalueert de VARA-functie tekstwaarden en logica's in verwijzingen. Tekst wordt geëvalueerd als nul, WAAR wordt geëvalueerd als 1 en FALSE wordt geëvalueerd als nul.
In het getoonde voorbeeld is de formule in F5:
=VARPA(C5:C10)
Merk op dat de VARP-functie de "NA" -tekst in C8 negeert, terwijl VARPA dit in de variantie-schatting opneemt als nul.
Net als VARP evalueert VARPA ook logische waarden en tekstrepresentaties van getallen wanneer ze rechtstreeks als argumenten in de functie worden gecodeerd.
Variatiefuncties in Excel
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de variatiefuncties die beschikbaar zijn in Excel.
Naam | Dataset | Tekst en logica |
---|---|---|
VAR | Monster | Genegeerd |
VARP | Bevolking | Genegeerd |
VAR.S | Monster | Genegeerd |
VAR.P | Bevolking | Genegeerd |
VARA | Monster | Geëvalueerd |
VARPA | Bevolking | Geëvalueerd |
Opmerkingen
- VARPA gaat ervan uit dat de gegevens de hele populatie vertegenwoordigen. Als de gegevens een steekproef vertegenwoordigen, gebruik dan VARA of VAR.S
- VARPA evalueert tekstwaarden en logica's in referenties, in tegenstelling tot VARP.
- Argumenten kunnen getallen of namen zijn, matrices of verwijzingen die getallen bevatten.
- Argumenten kunnen hardgecodeerde waarden zijn in plaats van verwijzingen.
- Gebruik VARP of VAR.P om logische waarden en / of tekst in verwijzingen te negeren