In deze tutorial leer je over trefwoorden; gereserveerde woorden in Kotlin-programmering. Ook leert u over ID's en hoe u een variabele een naam geeft.
Kotlin-trefwoorden
Trefwoorden zijn vooraf gedefinieerde, gereserveerde woorden die worden gebruikt in Kotlin-programmering en die een speciale betekenis hebben voor de compiler. Deze woorden kunnen niet als identificatie worden gebruikt. Bijvoorbeeld:
val score = 5
Hier is val een sleutelwoord. Het geeft aan dat score een variabele is.
Omdat trefwoorden deel uitmaken van de Kotlin-syntaxis, kunt u ze niet als variabelenaam (identifier) gebruiken. Bijvoorbeeld:
val for = 5 // Foutcode
Zowel val als for zijn sleutelwoorden. Daarom kunt u in Kotlin geen variabele declareren.
Hier is een lijst met alle trefwoorden in Kotlin:
Kotlin-trefwoordenlijstnet zo | breken | klasse | doorgaan met | Doen | anders |
false | voor | pret | als | in | koppel |
is | nul | voorwerp | pakket | terugkeer | super |
deze | Gooi | waar | proberen | typealias | soort van |
val | var | wanneer | terwijl |
Deze trefwoorden worden harde trefwoorden genoemd.
Zachte trefwoorden
Behalve deze 28 harde trefwoorden, zijn er veel zachte trefwoorden in Kotlin. Zachte trefwoorden worden alleen in een bepaalde context als trefwoorden behandeld. Bijvoorbeeld,
public
fungeert als trefwoord wanneer u leden van een klas openbaar maakt.
class TestClass (public val name = "Kotlin")
Hier fungeert openbaar als trefwoord.
U kunt ook een variabele maken met de naam public.
val public = true
Hier is public een Booleaanse variabele.
Enkele zachte variabelen in Koltin zijn: overschrijven, privé, veld etc.
Kotlin-identificatoren
Identifiers zijn de naam die wordt gegeven aan variabelen, klassen, methoden etc. Bijvoorbeeld:
var salaris = 7789,3
Hier is var een trefwoord en is salaris de naam die aan de variabele (identifier) wordt gegeven.
Hier zijn de regels en conventies voor het benoemen van een variabele (identifier) in Kotlin:
- Een ID begint met een letter of een onderstrepingsteken gevolgd door nul, letter en cijfers.
- Spaties zijn niet toegestaan.
- Een identifier mag geen symbolen bevatten zoals @, # etc.
- ID's zijn hoofdlettergevoelig.
- Kies bij het maken van variabelen een logische naam. Score, nummer, niveau is bijvoorbeeld logischer dan variabelenamen zoals s, n en l, hoewel ze geldig zijn.
- Als u een variabelenaam kiest die uit meer dan één woord bestaat, gebruik dan alleen kleine letters voor het eerste woord en begin de eerste letter van elk volgend woord met een hoofdletter. Bijvoorbeeld speedLimit.
Enkele geldige ID's:
- score
- niveau
- hoogste score
- nummer 1
- berekenenTraffic
Enkele ongeldige ID's:
- klasse
- 1 nummer
- hoogste score
- @pple