JavaScript-programma om objecten op verschillende manieren te maken

In dit voorbeeld leert u op verschillende manieren JavaScript-objecten te maken.

Om dit voorbeeld te begrijpen, moet u kennis hebben van de volgende JavaScript-programmeeronderwerpen:

  • JavaScript-objecten
  • JavaScript Constructor-functie

U kunt op drie verschillende manieren een object maken:

  1. Letterlijk object gebruiken
  2. Door rechtstreeks een instantie van Object te maken
  3. Door de constructorfunctie te gebruiken

Voorbeeld 1: Object letterlijk gebruiken

 // program to create JavaScript object using object literal const person = ( name: 'John', age: 20, hobbies: ('reading', 'games', 'coding'), greet: function() ( console.log('Hello everyone.'); ), score: ( maths: 90, science: 80 ) ); console.log(typeof person); // object // accessing the object value console.log(person.name); console.log(person.hobbies(0)); person.greet(); console.log(person.score.maths);

Uitvoer

object John leest Hallo allemaal. 90

In dit programma hebben we een object gemaakt met de naam person .

U kunt een object maken met behulp van een letterlijk object. Een object gebruikt letterlijk ( )om rechtstreeks een object te maken.

Een object wordt gemaakt met een sleutel: waarde- paar.

U kunt ook functies, arrays en zelfs objecten binnen een object definiëren. U krijgt toegang tot de waarde van het object met behulp van .puntnotatie.

De syntaxis voor het maken van een object met een instantie van een object is:

 const objectName = new Object();

Voorbeeld 2: maak een object rechtstreeks met een exemplaar van het object

 // program to create JavaScript object using instance of an object const person = new Object ( ( name: 'John', age: 20, hobbies: ('reading', 'games', 'coding'), greet: function() ( console.log('Hello everyone.'); ), score: ( maths: 90, science: 80 ) )); console.log(typeof person); // object // accessing the object value console.log(person.name); console.log(person.hobbies(0)); person.greet(); console.log(person.score.maths);

Uitvoer

object John leest Hallo allemaal. 90

Hier wordt het newtrefwoord gebruikt met de Object()instantie om een ​​object te maken.

Voorbeeld 3: maak een object met de Constructorfunctie

 // program to create JavaScript object using instance of an object function Person() ( this.name = 'John', this.age = 20, this.hobbies = ('reading', 'games', 'coding'), this.greet = function() ( console.log('Hello everyone.'); ), this.score = ( maths: 90, science: 80 ) ) const person = new Person(); console.log(typeof person); // object // accessing the object value console.log(person.name); console.log(person.hobbies(0)); person.greet(); console.log(person.score.maths);

Uitvoer

object John leest Hallo allemaal. 90

In het bovenstaande voorbeeld wordt de Person()constructorfunctie gebruikt om een ​​object te maken met behulp van het newtrefwoord.

new Person() creëert een nieuw object.

Interessante artikelen...