Voorbeeld om een eenvoudige rekenmachine te maken om op te tellen, af te trekken, te vermenigvuldigen en te delen met behulp van de instructie switch en break.
Om dit voorbeeld te begrijpen, moet u kennis hebben van de volgende C ++ programmeeronderwerpen:
- C ++ switch… case Statement
- C ++ break and continue Statement
Dit programma neemt een rekenkundige operator (+, -, *, /) en twee operanden van een gebruiker en voert de bewerking uit op die twee operanden, afhankelijk van de operator die door de gebruiker is ingevoerd.
Voorbeeld: eenvoudige rekenmachine met switch-instructie
# include using namespace std; int main() ( char op; float num1, num2; cout <> op; cout <> num1>> num2; switch(op) ( case '+': cout << num1+num2; break; case '-': cout << num1-num2; break; case '*': cout << num1*num2; break; case '/': cout << num1/num2; break; default: // If the operator is other than +, -, * or /, error message is shown cout << "Error! operator is not correct"; break; ) return 0; )
Uitvoer
Voer de operator + of - of * in of deel: - Voer twee operanden in: 3,4 8,4 3,4 - 8,4 = -5,0
Dit programma heeft een operator en twee operanden van de gebruiker nodig.
De operator wordt opgeslagen in variabele op en twee operanden worden respectievelijk opgeslagen in num1 en num2.
Vervolgens wordt de instructie switch… case gebruikt om de door de gebruiker ingevoerde operator te controleren.
Als de gebruiker + invoert, worden instructies voor case: '+'
uitgevoerd en wordt het programma beëindigd.
Als de gebruiker - invoert, worden instructies voor case: '-'
uitgevoerd en wordt het programma beëindigd.
Dit programma werkt op dezelfde manier voor * en / operator. Maar als de operator niet overeenkomt met een van de vier tekens (+, -, * en /), wordt de standaardinstructie uitgevoerd die een foutmelding weergeeft.