De functie sum () voegt de items van een iterabele toe en retourneert de som.
De syntaxis van de sum()
functie is:
som (itereerbaar, start)
De sum()
functie voegt het begin en items van de gegeven iterabele van links naar rechts toe.
sum () Parameters
- iterable - iterable (lijst, tuple, dict, enz.). De items van de iterable moeten getallen zijn.
- start (optioneel) - deze waarde wordt toegevoegd aan de som van de items van de iterabele. De standaardwaarde van start is 0 (indien weggelaten)
Retourwaarde van som ()
sum()
geeft de som van het begin en de items van de opgegeven iterabele terug.
Voorbeeld: werking van Python sum ()
numbers = (2.5, 3, 4, -5) # start parameter is not provided numbers_sum = sum(numbers) print(numbers_sum) # start = 10 numbers_sum = sum(numbers, 10) print(numbers_sum)
Uitvoer
4.5 14.5
Als u getallen met drijvende komma met exacte precisie moet toevoegen, moet u in math.fsum(iterable)
plaats daarvan gebruiken.
Als u items van de gegeven iterabele moet samenvoegen (items moeten strings zijn), dan kunt u de join()
methode gebruiken.
'string'. join (reeks)
Bezoek deze pagina voor meer informatie over de methode Python join ()