Hoe de Excel CEILING.MATH-functie - te gebruiken

Samenvatting

De Excel CEILING.MATH-functie rondt een getal af tot een opgegeven veelvoud. In tegenstelling tot de functie CEILING, wordt CEILING.MATH standaard ingesteld op een veelvoud van 1 en biedt het expliciete controle over de afrondingsrichting voor negatieve getallen.

Doel

Rond een getal naar boven af ​​op het dichtstbijzijnde veelvoud

Winstwaarde

Een afgerond getal.

Syntaxis

= CEILING.MATH (getal, (significantie), (modus))

Argumenten

  • getal - Het getal dat moet worden afgerond.
  • significantie - (optioneel) Meerdere te gebruiken bij het afronden. Standaard is 1.
  • modus - (optioneel) Voor het afronden van negatieve getallen naar of van nul af. De standaardwaarde is 0.

Versie

Excel 2013

Gebruiksopmerkingen

De Excel CEILING.MATH-functie rondt een getal naar boven af ​​naar het dichtstbijzijnde gehele getal of een significant veelvoud. CEILING.MATH rondt standaard af op het dichtstbijzijnde gehele getal, met een significantie van 1. Positieve getallen met decimale delen worden naar boven afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal (bijv. 6,3 wordt naar boven afgerond tot 7) en negatieve getallen met decimale delen worden afgerond naar nul ( bijv. -6,3 wordt afgerond naar -6).

=CEILING.MATH(6.3) // returns 7 =CEILING.MATH(-6.3) // returns -6

Negatieve getallen afronden

Controle voor het afronden van negatieve getallen naar nul of weg van nul wordt geboden via het (optionele) mode-argument. Modus staat standaard op nul. Als modus nul is of wordt weggelaten, rondt CEILING.MATH negatieve getallen af ​​naar nul. Als modus een andere waarde dan nul is, rondt CEILING.MATH negatieve getallen af ​​van nul af. Modus heeft geen effect op positieve getallen.

=CEILING.MATH(-4.1) // returns -4 =CEILING.MATH(-4.1,1) // returns -4 =CEILING.MATH(-4.1,1,1) // returns -5 =CEILING.MATH(-4.1,1,-1) // returns -5 =CEILING.MATH(-4.1,1,TRUE) // returns -5

PLAFOND.MAT versus PLAFOND

De functie CEILING.MATH verschilt op de volgende manieren van de functie PLAFOND:

  1. CEILING.MATH biedt een standaard veelvoud van 1 voor positieve getallen en -1 voor negatieve getallen
  2. CEILING.MATH biedt expliciete controle voor het afronden van negatieve getallen (naar nul, weg van nul)
  3. CEILING.MATH lijkt de absolute waarde van het significantie-argument te gebruiken. Het veranderen van het teken van significantie heeft geen effect op het resultaat.

Opmerkingen

  • Zie de functie MROUND om af te ronden naar het dichtstbijzijnde veelvoud (omhoog of omlaag).
  • CEILING.MATH werkt als CEILING, maar biedt controle voor de afrondingsrichting voor negatieve waarden.
  • Het mode-argument heeft geen effect op positieve getallen.
  • Als het getal een exact significant veelvoud is, vindt er geen afronding plaats.

Interessante artikelen...