
Generieke formule
=INDEX(data,MATCH(value,array,0),0)
Samenvatting
Om een hele rij op te zoeken en op te halen, gebruik je de INDEX- en MATCH-functies. In het weergegeven voorbeeld is de formule die wordt gebruikt om alle waarden voor de regio Midden op te zoeken:
=INDEX(C5:F8,MATCH(H5,B5:B8,0),0)
Uitleg
De kern van deze formule is om de MATCH-functie te gebruiken om de rij-index te identificeren, en de INDEX-functie om de hele rij op te halen door het kolomnummer op nul te zetten. MATCH wordt van binnen naar buiten gewerkt en wordt gebruikt om de rij-index als volgt te krijgen:
MATCH(H5,B5:B8,0)
De opzoekwaarde "Central" komt van H5, de array is het bereik B5: B8, en nul wordt gebruikt om een exacte match te forceren. De MATCH-functie retourneert 3 als resultaat, dat naar de INDEX-functie gaat als het rijnummer:
=INDEX(C5:F8,3,0)
Met het bereik C5: F8 voor array en 3 voor rijnummer, is de laatste stap het opgeven van nul voor kolomnummer. Dit zorgt ervoor dat INDEX rij 3 als het eindresultaat retourneert, in een array als deze:
(116000,129250,127250,142500)
Verwerking met andere functies
Als u eenmaal een hele rij met gegevens heeft opgehaald, kunt u die rij voor verdere analyse invoeren in functies zoals SUM, MAX, MIN, AVERAGE, LARGE, enz. Om bijvoorbeeld de kleinste waarde in de regio Centraal te krijgen, kunt u het volgende gebruiken:
=MIN(INDEX(C5:F8,MATCH(H5,B5:B8,0),0))
Om alle waarden in de regio Midden op te tellen:
=SUM(INDEX(C5:F8,MATCH(H5,B5:B8,0),0))
Matrixformule met meerdere cellen
Om resultaten naar meer dan één cel te retourneren, voert u in als een matrixformule met meerdere cellen.
In de Dynamic Array-versie van Excel, wanneer INDEX een hele rij retourneert, worden rijwaarden automatisch overgeslagen op het werkblad.