In deze tutorial leer je over variabelen en regels voor het benoemen van een variabele. Je leert ook over verschillende letterlijke termen in C-programmeren en hoe je constanten kunt maken.
Variabelen
Bij het programmeren is een variabele een container (opslagruimte) om gegevens in op te slaan.
Om het opslaggebied aan te geven, moet elke variabele een unieke naam (identifier) krijgen. Variabelenamen zijn slechts de symbolische weergave van een geheugenlocatie. Bijvoorbeeld:
int playerScore = 95;
Hier is playerScore een int
type variabele . Hier krijgt de variabele een geheel getal toegewezen 95
.
De waarde van een variabele kan worden gewijzigd, vandaar de naam variabele.
char ch = 'a'; // some code ch = 'l';
Regels voor het benoemen van een variabele
- Een variabelenaam mag alleen letters (zowel hoofdletters als kleine letters), cijfers en onderstrepingstekens bevatten.
- De eerste letter van een variabele moet een letter of een onderstrepingsteken zijn.
- Er is geen regel over hoe lang een variabelenaam (identifier) kan zijn. Bij sommige compilers kunt u echter problemen tegenkomen als de variabelenaam langer is dan 31 tekens.
Opmerking: u moet altijd proberen om variabelen een betekenisvolle naam te geven. Bijvoorbeeld: firstName
is een betere variabelenaam dan fn
.
C is een sterk getypeerde taal. Dit betekent dat het type variabele niet kan worden gewijzigd nadat het is gedeclareerd. Bijvoorbeeld:
int number = 5; // integer variable number = 5.5; // error double number; // error
Hier is het type numerieke variabele int
. U kunt aan deze variabele geen drijvende-kommawaarde (decimaal) 5,5 toewijzen. U kunt het gegevenstype van de variabele ook niet opnieuw definiëren in double
. Om de decimale waarden in C op te slaan, moet u het type overigens aangeven in double
of float
.
Bezoek deze pagina voor meer informatie over de verschillende soorten gegevens die een variabele kan opslaan.
Letterlijke
Letterlijke waarden zijn gegevens die worden gebruikt om vaste waarden weer te geven. Ze kunnen direct in de code worden gebruikt. Bijvoorbeeld: 1, 2,5, 'c' etc.
Hier zijn 1 2.5
en 'c' letterlijk. Waarom? U kunt aan deze termen geen verschillende waarden toekennen.
1. Gehele getallen
Een geheel getal is een numerieke letterlijke waarde (geassocieerd met getallen) zonder fractioneel of exponentieel deel. Er zijn drie soorten integer-literals in C-programmering:
- decimaal (grondtal 10)
- octaal (basis 8)
- hexadecimaal (grondtal 16)
Bijvoorbeeld:
Decimaal: 0, -9, 22 enz. Octaal: 021, 077, 033 enz. Hexadecimaal: 0x7f, 0x2a, 0x521 enz
In C-programmering begint octaal met een 0 en hexadecimaal begint met een 0x.
2. Floating-point Literals
Een letterlijke drijvende-komma is een numerieke letterlijke letter die een breukvorm of een exponentvorm heeft. Bijvoorbeeld:
-2,0 0,0000234 -0,22E-5
Opmerking: E-5 = 10
-5
3. Tekens
Een letterlijke letter wordt gemaakt door een enkel teken tussen enkele aanhalingstekens te plaatsen. Bijvoorbeeld: 'a', 'm', 'F', '2', ')' etc.
4. Escape-reeksen
Soms is het nodig om tekens te gebruiken die niet kunnen worden getypt of die een speciale betekenis hebben in C-programmering. Bijvoorbeeld: nieuwe regel (enter), tab, vraagteken etc.
Om deze karakters te gebruiken, worden escape-reeksen gebruikt.
Escape-reeksenEscape-reeksen | Karakter |
---|---|
| Backspace |
f | Form feed |
| Nieuwe lijn |
| Keer terug |
| Horizontaal tabblad |
v | Verticaal tabblad |
\ | Backslash |
\' | Enkel aanhalingsteken |
" | Dubbel aanhalingsteken |
? | Vraagteken |
|