In dit voorbeeld leert u een JavaScript-programma te schrijven dat een object aan een array toevoegt.
Om dit voorbeeld te begrijpen, moet u kennis hebben van de volgende JavaScript-programmeeronderwerpen:
- JavaScript-matrix push ()
- JavaScript-matrixsplitsing ()
- JavaScript-verspreidingsoperator
Voorbeeld 1: Object aan array toevoegen met push ()
// program to append an object to an array function insertObject(arr, obj) ( // append object arr.push(obj); console.log(arr); ) // original array let array = (1, 2, 3); // object to add let object = (x: 12, y: 8); // call the function insertObject(array, object);
Uitvoer
(1, 2, 3, (x: 12, y: 8))
In het bovenstaande programma wordt de push()
methode gebruikt om een object aan een array toe te voegen.
De push()
methode voegt een item toe aan het einde van een array.
Voorbeeld 2: Object aan array toevoegen met splice ()
// program to append an object to an array function insertObject(arr, obj) ( // find the last index let index = arr.length; // appending object to end of array arr.splice(index, 0, object); console.log(arr); ) // original array let array = (1, 2, 3); // object to add let object = (x: 12, y: 8); // call the function insertObject(array, object);
Uitvoer
(1, 2, 3, (x: 12, y: 8))
In het bovenstaande programma wordt de splice()
methode gebruikt om een object aan een array toe te voegen.
De splice()
methode voegt een item toe en / of verwijdert een item.
In de splice()
methode,
- Het eerste argument vertegenwoordigt de index waar u een item wilt invoegen.
- Het tweede argument vertegenwoordigt het aantal items dat moet worden verwijderd (hier 0) .
- Het derde argument vertegenwoordigt het element dat u aan een array wilt toevoegen.
Voorbeeld 3: Object toevoegen met de spreidoperator
// program to append an object to an array function insertObject(arr, obj) ( // append object arr = (… arr, object); console.log(arr); ) // original array let array = (1, 2, 3); // object to add let object = (x: 12, y: 8); // call the function insertObject(array, object);
Uitvoer
(1, 2, 3, (x: 12, y: 8))
In het bovenstaande programma wordt de spread-operator …
gebruikt om een object aan een array toe te voegen.
Met de spread-syntaxis kunt u alle elementen naar een array kopiëren. Vervolgens wordt het object aan het einde van de array toegevoegd.